Weg van het landgoed | GGZ Oost Brabant 2018

44 Weg van het landgoed waren, waren nu ook op het landgoed te vinden. Coudewater had een eigen uitgaanscentrum (de Uythof), een stamkroeg (De Kopstoot), een kerk, een bankgebouw, een (kleding)winkel, een schooltje, een kapsalon, een reisbureau en een eigen omroep (Radio ROC). Er kwam een telefooncel waar patiënten vrij konden bellen en de brieven van/aan patiënten werden niet langer door de instelling gelezen. Patiënten konden voortaan beschikken over hun eigen geld en zelf op vakantie gaan. Patiënten kregen eigen geld en konden op vakantie Arbeid, activering en ontspanning Nu patiënten beter aanspreekbaar waren, werden ze ook meer op hun mogelijkheden aangesproken. Via een puntensysteem konden ze toewerken naar passend werk, bijvoorbeeld in een sociale werkplaats. Op een speciaal schooltje konden ze taal- en rekenles volgen en een officieel erkend typediploma behalen. Dat de naam ‘arbeidstherapie’ werd vervangen door ‘activering’ gaf aan dat ook andere vormen van actief zijn als waardevol werden gezien. De nieuwe dienst Activering bood naast arbeidstherapie ook bezigheids- therapie, creatief-expressieve therapie, ontspannings- therapie, bewegingstherapie en muziektherapie. Er was ook veel aandacht voor ontspanning op Coudewater. Sport, spel, muziek en dans, jaarlijkse vakanties die via een eigen reisbureau konden worden geboekt – ze namen allemaal een belangrijke plaats in. In de hoogtijdagen telde de dienst Activering op Coudewater zo’n 75 medewerkers. Behandeling in de eigen regio, maar steeds vaker buiten het landgoed In 1968 besloot de overheid opname in een psychiatrische inrichting voortaan volledig te vergoeden op basis van de nieuwe Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Daarmee kwam er een einde aan de tijd van contracten met gemeenten en provincies. Hiermee verloor Reinier van Arkel zijn monopoliepositie in Noord-Brabant en kon Coudewater zich ook gaan richten op de naaste omgeving. Er was in de regio echter steeds meer aandacht voor psycho-sociale begeleiding buiten de instellingsmuren, in de vorm van beschermende woonvormen, ambulante zorg, dienstverlening en preventie. Er waren talloze, nieuwe instanties die mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving vooruit hielpen. Behandeling zonder opname Ook Coudewater ging mee in die ontwikkeling. Er kwam een dagziekenhuis op het terrein, waar mensen in een groep konden worden behandeld zonder te worden opgenomen; eerst in het oude hoofdgebouw, en vanaf 1973 in doktersvilla de Hofstede aan de Graafseweg - weg van het stigma van het landgoed. Er kwamen sluis- paviljoens of halfway-homes, waaronder het Koetshuis aan de Zuid-Willemsvaart in ‘s-Hertogenbosch (1968) en de Kastanjelaan in Oss (1972). Psychiaters van Coude- water gingen ook behandelen op de PAAZ-afdeling van het algemeen ziekenhuis Carolus/Liduina in ’s-Hertogen- bosch. Ook kregen patiënten van Coudewater de gelegen- heid om weer in de wijk te gaan wonen. Zo kwamen er sociowoningen in Rosmalen en Oss, waar ze in kleine groepen onder begeleiding samenleefden. Een nieuwe kliniek Het bestuur besloot eveneens tot de bouw van een Verpleegkundigen in de jaren zeventig. De sfeer werd iets losser

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcwMzg=