Weg van het landgoed | GGZ Oost Brabant 2018

De eerste man drinkt karnekoffiemelk “In 1968 kwam ik in dienst op Veldzicht 2, als de eerste mannelijk leidinggevende in de verpleging. Nou, dat heb ik geweten. De eerste keer dat ik in de ochtendpauze de trap van de verpleegstersflat afdaalde voor een kop koffie in de recreatiezaal, was erg spannend. Ik had het gevoel dat alle ogen op mij waren gericht. Uit verlegenheid goot ik karnemelk in mijn koffie, maar daar liet ik natuurlijk niets van merken.” Marius van den Berg was verpleegkundige Een tientje per week “In de sociale werkplaats werden patiënten beoor- deeld op hun kwaliteiten en de omgang met anderen. Afhankelijk van de graffelschaal waarin je werd ingedeeld, ontving je een beloning van maximaal ƒ 10,20 per week. In de hoogtijdagen waren er ongeveer 75 medewerkers in dienst, die 90 verschillende producten maakten. Toen er weer mannen werden opgenomen op Coudewater, ontstond er behoefte aan ander werk. Zo ontstond de tuintherapie en de verzorging van de dieren in het parkje, dat in 1970 ter ere van het 100-jarig bestaan door het personeel aan de patiënten was geschonken.” Hans van Schayk was activiteitenbegeleider Kopstoot “Arbeidstherapie, dat betekende in het begin prijskaartjes maken en tabak strippen in Bernadette, achter het oude hoofdgebouw. Er werkten ook patiënten in de keuken, schilkamer, wasserij, naaikamer, op het land en in het bos. Later kon je taal- en rekenles krijgen en een officieel typediploma behalen. Er kwam een bibliotheek en zelfs een bruin café, De Kopstoot. Ook hadden we een eigen radiozender: radio ROC.” Hans van Schayk Het enige plekske zonder gekske “Rond 1975 werd er op het terrein een dierenparkje aangelegd, op de plaats waar de oude kapel stond. De naam van het parkje werd gekozen via een wedstrijd. Een van de inzendingen was: ‘Het enige plekske zonder gekske’. Die won echter niet; het werd Het Zooitje.” Sandra Petersen was verpleegkundige Nu mogen we weer gek doen “Ik bracht een week door met wat vrouwelijke cliënten op het eiland Texel. De dames hadden veel plezier en werkten op alle fronten mee. Weer thuis zei een van hen: “Zo, we zijn weer thuis. Nu mogen we weer gek doen”, waarna ze de deur een flinke trap gaf. Ze schopte zo hard dat ze met haar voet in het gips moest.” Cor Valenkamp was arbeidstherapeut 48 Weg van het landgoed

RkJQdWJsaXNoZXIy MzcwMzg=